In de Klimaat- en energieverkenning (KEV) 2020 constateert het PBL dat er voor wat betreft emissiereductie maar beperkt vooruitgang is geboekt ten opzichte van vorig jaar: de klimaatdoelen die regering en parlement zichzelf hebben gesteld in de Klimaatwet voor 2030 zullen uitgaande van het bestaande en concreet voorgenomen beleid niet worden gehaald. De ramingen voor de daadwerkelijk te bereiken reductie in 2030 (34%) lopen ver achter bij de wettelijke doelstelling van 49% reductie. Om die doelstellingen alsnog te halen moeten er nu al aanzienlijke en ingrijpende aanvullende maatregelen worden genomen om de uitstoot van broeikasgassen beduidend te verminderen. ‘Daarmee kan niet worden gewacht’, zo constateert de Raad van State in zijn advies over de KEV 2020.
Een belangrijke vraag voor juristen is of het juridisch instrumentarium om de doelstellingen voor 2030 te halen dan ten minste op orde is. Of ligt er ook wat dat betreft nog huiswerk?
Deze vraag staat centraal in de VMR-UU Publicatie ‘2030: Het juridische instrumentarium voor mitigatie van klimaatverandering, energietransitie en adaptatie in Nederland’. In deze recent verschenen bundel wordt niet alleen gekeken naar de instrumenten om de reductiedoelstellingen (mitigatie) te bereiken, maar ook naar de instrumenten voor klimaatadaptatie en naar de ontwikkelingen op het gebied van klimaataansprakelijkheid. De zorgwekkende analyses van het PBL en de Raad van State onderstrepen het belang van een dergelijke analyse.
Bekijkt u hier de inhoudsopgave.
Het boek is tot stand gekomen door de Vereniging voor Milieurecht in samenwerking met de Universiteit Utrecht. Leden van de Vereniging voor Milieurecht ontvangen een digitaal exemplaar van de publicatie.
U kunt het boek bestellen via Boom Juridisch uitgevers.
Redactie: Chris Backes, Edward Brans en Herman Kasper Gilissen
Waarderweg 52H
2031 BP HAARLEM
Postbus 2028
2002 CA HAARLEM
Met dank aan: