Op 20 december 2019 wees de Hoge Raad arrest in de Urgenda-zaak. Daarin bevestigde de Hoge Raad dat de Staat verplicht is om eind 2020 een reductie van broeikasgassen te realiseren van 25%. Politiek gezien is het afwachten hoe het nu verder gaat en of (en hoe) het kabinet erin slaagt om gevolg te geven aan de uitspraak. Ook is het afwachten wat er gaat gebeuren als het de Staat niet lukt om de nodige maatregelen te treffen om de CO2-uitstoot omlaag te brengen. Intussen is het arrest zelf een snoepwinkel voor juristen. Het arrest raakt vrijwel alle klassieke rechtsgebieden aan, van klassiek civiel procesrecht tot internationaal recht en staatsrecht. Ook het EVRM speelt een centrale rol in de uitspraak. In dit blog belicht Janneke Gerards twee bijzonder interessante EVRM-punten uit de juridische snoepwinkel van Urgenda: de rol van de adviesprocedure onder Protocol 16 EVRM en de manier waarop de Hoge Raad omgaat met het zogenaamde ‘spiegelbeginsel’ en de minimumbescherming van artikel 53 EVRM.
De blog kunt u lezen op de website van het Montaigne centrum voor rechtsstaat en rechtspleging.
Waarderweg 52H
2031 BP HAARLEM
Postbus 2028
2002 CA HAARLEM
Met dank aan: